13 June 2024
Shruti Rao is promovendus op het gebied van Human Computer Interaction, maar je zou ook kunnen zeggen: Human Building Interaction. Volgens haar worden gebouwen steeds meer machines. ‘Door het gebruik van technologie worden gebouwen steeds slimmer. Met slimme gevels bijvoorbeeld, die thermodynamisch reageren op de omgeving. Het zijn sterk gecontroleerde objecten geworden, zonder dat er een mens aan te pas komt.’ Shruti ontwikkelde haar interesse in architectuur in Milaan, Italië, waar ze opgroeide. Na een bachelor in wiskunde en economie in Canada, een heel ander vakgebied, verhuisde ze naar Nederland voor de gezamenlijke big data engineering master van de UvA en VU. Tijdens een korte onderzoeksperiode bij het naburige CWI wees haar begeleider haar op een vacature voor een promotieonderzoeker op het gebied van Human Building Interaction bij het Digital Interactions Lab (DIL). ‘Dat leek me een hele mooie link naar mijn oude, bijna vergeten interesse in architectuur en gebouwen. Ook het mensgerichte perspectief maakte het perfect voor mij, omdat ik denk dat het heel belangrijk is om de focus op mensen te houden, en hoe technologie voor mensen gebouwd kan worden en niet andersom.’
LAB42, de ‘nieuwe hub voor de ontwikkeling van talent op het gebied van digitale innovatie en kunstmatige intelligentie’, is ontworpen door Benthem Crouwel Architects en geopend in augustus 2022, precies op het moment dat Rao aan haar onderzoek begon. Dat maakte het gebouw het perfecte studieobject. Tot nu toe heeft ze drie onderzoeken uitgevoerd. De eerste was een enquête onder studenten waarin ze vroeg hoe ze zich voelden als ze aanwezig waren in LAB42. Ze plakte overal in het gebouw stickers met een QR-code die linkte naar de enquête. 256 studenten reageerden. ‘De meest voorkomende emotie die mensen zeiden te voelen in dit gebouw was kalmte. Mensen zeiden zelfs dingen als: Ik ben erg gestrest over mijn tentamen, maar deze kamer geeft me een rustig gevoel.’ Ter vergelijking deed Rao hetzelfde onderzoek in gebouw 904, waar de resultaten veel gevarieerder waren. Ten tweede organiseerde ze een zogenaamde 'building walk’ met groepen studenten. Ze vroeg de studenten hoe ze zich voelden toen ze door de verschillende ruimtes liepen.
Als derde onderdeel van haar onderzoek plaatste ze sensoren in het gebouw die de luchtkwaliteit, temperatuur, geluid, licht en bezetting maten. ‘In alle drie de onderzoeken kwam dit gevoel van kalmte het sterkst naar voren. Dat kwam doordat mensen dachten dat ze toegang hadden tot daglicht, zelfs als dit niet het geval was. Vooral het concept van daglicht zorgde ervoor dat mensen zich rustig voelden.’ Dit is wat Rao biophilia noemt. ‘Het is de aangeboren band die we hebben met de natuur. We weten uit onderzoek dat de natuur een positieve invloed heeft op mensen. We zien graag hoe de tijd verstrijkt door het veranderende licht, zelfs als het kunstlicht is. We kunnen technologie gebruiken om de natuur en het buitenleven naar binnen te halen.’ Rao's onderzoek toonde ook verschillende plekken in het gebouw waar mensen zich minder rustig voelden. ‘Verrassend genoeg dachten mensen in sommige ruimtes dat de plafonds lager waren, hoewel dit niet het geval was. Mensen voelden zich er benauwd. En in sommige ruimtes zeiden ze: Ik moet op mijn telefoon kijken om de tijd te zien, vanwege het gebrek aan daglicht.’
Mijn belangrijkste is: hoe kunnen we technologie gebruiken om deze ideeën over biophilia in gebouwen te brengen, zodat mensen zich beter en gezonder te voelen?Shruti Rao
Ondanks de over het algemeen positieve resultaten is er dus nog ruimte voor verbetering in LAB42. Daarom organiseert Rao voor het volgende deel van haar onderzoek een ontwerpsessie samen met de architecten en gebruikers van het gebouw. ‘Mijn belangrijkste is: hoe kunnen we technologie gebruiken om deze ideeën over biophilia in gebouwen te brengen, zodat mensen zich beter en gezonder te voelen?’ Onderdeel van deze stap is om prototypes te ontwikkelen van slimme en multisensorische ruimtes volgens het biophilia-concept, en om gebruikers deze prototypes te laten ervaren met behulp van AR- en VR-technologie. Helaas voor Rao gaat dit gepaard met veel juridische adminstratie, waar ze nu veel tijd aan kwijt is. ‘Ik beschouw dit als het minder leuke deel van mijn onderzoek, maar het moet gebeuren. Het betrekken van gebruikers zou de normale gang van zaken moeten zijn, maar dit is niet vaak het geval omdat het meer moeite kost. Ik hoop dat mijn onderzoek deze kloof kan overbruggen.’
Tot slot wil Rao benadrukken dat een prettig, gebruikersgericht gebouw niet beperkt zou moeten blijven tot nieuwe fancy gebouwen. ‘Ik hoop dat mijn onderzoek een echt goede use case kan zijn voor technologie die kan worden getransporteerd naar elke ruimte waarin het wordt geplaatst. Het zou overal naartoe moeten kunnen, in klaslokalen en misschien zelfs bij mensen thuis.’